Ga naar de inhoud

“Ook in crisis staat de cliënt centraal!”

Manon Hunnekens, Marie Louise Op Heij en Kathy Kusters werken als begeleider bij de dagbesteding van PSW in Weert. Op de eerste dag dat de activiteitencentra vanwege Corona gesloten werden, namen zij de taak op zich om hun collega’s in te roosteren in de woonbegeleidingscentra. Eén dag kregen ze voor die opdracht. Ze sloten zich op in de personeelsruimte en gingen een spannende, hectische, drukke én mooie dag tegemoet.

 

Marie Louise: ”Die eerste dag was superdruk. We moesten met zoveel zaken rekening houden: wie werkt wanneer, wie kent welke cliënten, vakanties, ziekte, wensen etc. Het was een echte puzzel. Toch gingen we tegen de avond met een voldaan gevoel naar huis. We hadden iets goeds weggezet. Die eerste dag hebben we zelfs meteen een weekrooster gemaakt dat we de rest van de lockdown als basis hebben gebruikt. Dat was fijn, want de maanden erna bleef het hectisch: ziekte, vakanties, extra vragen en wensen, uitval op andere woningen enzovoort. Er was elke dag wel iets dat in het rooster aangepast moest worden. Zelfs huishoudelijk hulpen zijn op een bepaald moment ingezet om met cliënten die dat nodig hadden te gaan wandelen. Mooi dat je dat samen voor elkaar krijgt! ”

 

Kathy:” Het was voor de begeleiders van het activiteitencentrum de eerste dagen erg spannend: het onbekende Coronavirus, de kans op besmetting, persoonlijke beschermingsmiddelen die nog niet overal voorhanden waren, wisselende informatie, werken in een woonbegeleidingscentrum, andere collega’s en deels onbekende cliënten. Petje af hoe iedereen daarmee is omgegaan.”

 

Manon: “We hebben vanaf het begin de cliënt centraal gesteld. We hebben geprobeerd om zoveel mogelijk medewerkers op de groep te zetten die de cliënten kenden. Ook hebben we continu gekeken waar de cliënten behoefte aan hadden om daar vervolgens op in te spelen. We wilden ze veiligheid, geborgenheid en continuïteit bieden. Hoe vervelend de situatie ook was, ik denk dat we daar goed in zijn geslaagd. Dat hoorden we ook terug van cliënten, ouders en woonbegeleiders. Daarnaast probeer je het natuurlijk ook voor je collega’s zo fijn mogelijk te regelen. Iedereen heeft ontzettend zijn best gedaan, met ons meegedacht en zich flexibel opgesteld. Er was begrip voor de besluiten die we namen en negatieve geluiden hebben we niet teruggekregen. We hebben dit echt samen gedaan.”

 

Collega Jeannette Kuppens hoorde op het einde van de eerste sluitingsdag in welk woonbegeleidingscentrum ze de volgende dag aan de slag kon. Jeannette: “De roosteraars hebben echt bergen werk verzet. We werden goed geïnformeerd en er werd uitgelegd waarom bepaalde keuzes gemaakt werden. Bijvoorbeeld waarom iemand gevraagd werd om op een andere dag of andere groep te werken omdat er een probleem was. Sommige cliënten in het woonbegeleidingscentrum kende ik, andere niet. Samen met het personeel van de woning probeer je daar snel een weg in te vinden en het voor de cliënten zo goed mogelijk te doen. Je bent natuurlijk je vaste werkplek, activiteiten en routines kwijt. Je moet mensen leren kennen en zoeken naar geschikte andere activiteiten. Van cliënten hoor ik terug dat ze tevreden zijn hoe wij dat samen, wonen en dagbesteding, gedaan hebben en dat is mooi. Het was daarnaast absoluut van meerwaarde om de cliënten ook eens in hun woonsituatie mee te maken. Het heeft over en weer veel begrip opgeleverd tussen wonen en dagbesteding. De lijntjes zijn korter geworden, kortom: in korte tijd is een samenwerking tot stand gekomen waar je in “normale tijden” veel langer over doet.”