Thera de Pauw werkte vele jaren bij een collega zorgaanbieder als manager sociaal beleid. In 2012 vroeg PSW haar of ze daarnaast medewerkers- vertrouwenspersoon bij PSW wilde worden. Inmiddels met pensioen is Thera dat nog steeds.
Mijn rol
“Als onafhankelijk vertrouwenspersoon wil ik de medewerkers die bij mij aankloppen in de eerste plaats opvangen en een luisterend oor bieden. Ik vertel ze over mijn rol en probeer daarna door middel van vragen, samenvatten en doorvragen het probleem te analyseren. Dan verkennen we de mogelijkheden en kiezen we samen een strategie voor een oplossing. Als het aan de orde is, verwijs ik door naar bijvoorbeeld de leidinggevende, bedrijfsarts, personeelsadviseur of klachtencommissie. Ik dicht mezelf nadrukkelijk geen bemiddelende of ‘ik los het wel voor je op’ rol toe; het is aan de medewerker om zelf in actie te komen.”
Andere sfeer
“Dat laatste was in 2021 opvallend aan de orde. In tegenstelling tot voorgaande jaren hadden álle gesprekken, tien in totaal, een andere insteek en sfeer: ik werd gevraagd om mee te denken, te sparren, af te tasten of een gevoel of gedachte juist was, te checken of een beoogde denkwijze of oplossingsrichting klopte of om mee te kijken of er misschien sprake was van een blinde vlek bij betreffende medewerker. Ik proefde bij de medewerkers telkens de behoefte om het zelf op te lossen en ervan te leren. Er werd gekeken naar de eigen houding en gedacht vanuit eigen verantwoordelijkheid. Dat was erg leuk om te merken en het levert de medewerker uiteindelijk meer op, hij/zij heeft het dan zelf gedaan.”
Leerpunten voor PSW
Heeft Thera op basis van haar gesprekken algemene tips of adviezen voor PSW? “Dat is moeilijk. Ik zie per jaar een klein aantal medewerkers en hoor dan een verhaal vanuit één kant. Dat een medewerker zich veilig voelt bij mij en zijn/haar verhaal durft te vertellen, staat voor mij centraal. En uiteraard dat hij/zij gehoor vindt. Ik ben minder gericht op hoe zaken bij PSW geregeld zijn. In de afgelopen jaren heb ik de indruk gekregen dat het daarmee best goed zit. Misschien twee zaken waar PSW wellicht verder in kan ontwikkelen. Eén heeft betrekking op ‘eigenaarschap’, een woord dat in de gesprekken vaak viel. Medewerkers willen daar oprecht invulling aan geven en het zich eigen maken. Mijn indruk is dat schijnbaar vaker de middelen, voorwaarden en ruimte ontbreken om dat eigenaarschap waar te maken, ook vanuit management/leidinggevenden. Ten tweede vraag ik me soms af hoe PSW het functioneren van teamleiders beoordeelt. Ik weet niet of de managers dat nu altijd goed in beeld hebben. Ik hoor wel verschillen over het samenwerken met teamleiders, zeker als er een overgang is naar een andere stijl van leiding geven. Misschien loont het de moeite om hier eens naar te kijken.”