Ga naar de inhoud

Uithelpen uitbouwen tot structureel contact

Kitty Rutten werkt al negentien jaar bij PSW en is persoonlijk begeleider in woonbegeleidingscentrum Maaslandlaan in Weert. Roger Bervoets is zestien jaar werkzaam bij PSW en coördinator financiële administratie in het Centraal Bureau. De een is medewerker in de directe zorg, de ander van een ondersteunende dienst. Ze ontmoeten elkaar als Roger via de flexpool wordt ingezet in het woonbegeleidingscentrum waar Kitty werkt.

 

Roger: “Natuurlijk heb ik me aangemeld voor de flexpool. Als de nood zo hoog is, moet iedereen zijn steentje bijdragen. Als je voor de eerste keer wordt gebeld om te komen helpen in een woonbegeleidingscentrum denk je vooral: ‘wat kan ik daar doen en hoe kan ik een zinvolle bijdrage leveren?’ Zeker in dit geval omdat het een woonbegeleidingscentrum betreft met bewoners met een ernstig meervoudige beperking.”

 

Kitty: “Als roosterplanner van de locatie verdeel ik ook de flexmedewerkers over de drie huiskamers. Dat is lastig omdat je ze meestal niet kent. We hebben kwetsbare bewoners die veel verzorging nodig hebben en vooral communiceren door hun gedrag. Dat vraagt dat je ze goed moet kennen eer je hun kleine bewegingen, oogopslag, uitdrukking en geluiden kunt duiden. We hebben daarom de afspraak dat er, ook in crisistijd, minimaal één bekende begeleider in elke huiskamer werkt. Roger: “Dit heb ik aan den lijve ervaren: een van de bewoners probeerde mij met geluiden iets duidelijk te maken. Ik wist niet wat waardoor het gedrag toenam. Een kleine opmerking van de vaste begeleidster voldeed om de bewoner tevreden te stellen.”

 

Kitty: “Door veel Corona besmettingen bij zowel bewoners als collega’s zaten we in een drukke tijd. De medewerkers draaiden veel en lange diensten. De inzet van ‘vreemde begeleiders’ was noodzakelijk, maar is zeker bij onze groep bewoners voor de vaste begeleiders pittig: je moet de nieuweling extra begeleiden, aansturen en goede handvaten geven om aan de slag te kunnen gaan. Roger: “Ik werd goed ontvangen, maar voelde me toch onzeker. Ik dacht: ik kan alleen hand- en spandiensten verrichten en de begeleiders iets ontlasten. Je weet niet eens of dat gaat lukken. Tijdens mijn dienst kwamen twee moeders op bezoek. Zij gaven aan blij te zijn met de hulp, maar zagen aan de andere kant toch het liefst zo veel mogelijk vaste begeleiders op de groep die hun kind kennen. Dat zet je aan het denken. Na mijn dienst vond ik dat ik weinig had kunnen doen. Ik had meegeholpen met eten en drinken geven, met bewoners gewandeld, voorgelezen en met enkele bewoners televisie gekeken. Begeleiders gaven aan dat ze er blij mee waren geweest, dat geeft je dan een goed gevoel.”

 

Kitty: “Onze bewoners hebben bijna overal ondersteuning bij nodig. Ook bij het invulling geven aan hun dag. Elke moment van extra aandacht, elke wandeling, elk contact geeft hun dag een beetje kleur en verhoogt hun kwaliteit van leven. De inzet van Roger en de andere medewerkers die hier hebben uitgeholpen, draagt hieraan bij en daar gaat het om. Ondanks dat de praktische invulling pittig blijft voor de vaste begeleiders zijn we dus toch heel blij met de hulp die we krijgen. Vanwege de meerwaarde voor de bewoners. Ik vind het allermooist dat collega’s de bereidwilligheid hebben om te komen helpen op een voor hen volkomen onbekend terrein. Roger: “Wat mij het meest bijblijft is de passie van de begeleiders voor de bewoners. Ik heb respect voor wat ze allemaal moeten doen en hoe ze dat doen. Nu heb ik in een noodsituatie uitgeholpen. Wat ik meeneem is dat ik wil uitzoeken hoe we als ondersteunende dienst de werkvloer nog beter kunnen ondersteunen. Ik heb tijdens ‘mijn dienst’ ook rondgekeken vanuit mijn eigen werkgebied: waar kunnen we ondersteunen en verbeteren? Zo heb ik bij de zorgmanager wonen al aangekaart om samen te kijken naar de wasverzorging. Die vraagt enorm veel tijd van de begeleiders. Het zou mooi zijn als we die tijd meer voor de bewoners kunnen inzetten. Ook houdt me de gedachte bezig dat locaties en sectoren onderling veel meer van elkaar kunnen leren. Er zou meer kruisbestuiving moeten komen. Het is de moeite waard daar verder over na te denken.”

 

Kitty: ”Ik zie een meerwaarde als er uit deze uit nood geboren samenwerking in de toekomst iets  structureels voortvloeit. Voor de bewoners zou een regelmatig contact met een vaste persoon fijn zijn, ze leren mensen dan kennen. Dan kan er wederzijds een band opgebouwd worden tussen cliënt en medewerker/vrijwilliger. Daarnaast leer je collega’s van het Centraal Bureau beter kennen. Dat maakt dat je sneller en laagdrempeliger contact met elkaar opneemt als er een vraag is. Je hebt een gezicht bij een functie, dat is fijner werken. Roger: “Mijn medewerkers voerden voor Corona al regelmatig hun eigen werk uit op een locatie. Om te zien en voelen wat daar gebeurt en direct contact te hebben met de medewerkers. Zo zien we van elkaar waar we mee bezig zijn, dat vergroot het begrip voor elkaar. We kregen daar positieve reacties op en willen dat weer oppakken. Misschien kunnen we dit wel samen doen met andere afdelingen als P&O en ICT. Die waren hier voor Corona ook al mee bezig. Het zorgt voor meer onderling begrip en verbinding en de lijnen worden korter. Dat is in ieders voordeel en komt uiteindelijk de cliënten ten goede.”

 

Flexpool

PSW had al een instroompool met medewerkers die flexibel voor vervanging ingezet konden worden binnen heel PSW. Dat was fijn voor de betreffende locatie omdat het roosterprobleem werd opgelost en fijn voor de (veelal nieuwe) medewerker om breed kennis te maken met PSW. De flexpool is eind 2020 als Corona flexpool ingesteld om op crisismomenten effectief en snel in te kunnen springen als de bezetting vanwege een hoog verzuim onder druk komt te staan. Met als doel de continuïteit en kwaliteit van zorg te kunnen waarborgen. Alle medewerkers van PSW zijn dringend verzocht zich in te schrijven voor de flexpool, ook de medewerkers van de ondersteunende diensten. Op basis van enerzijds de vraag vanuit (met name) de woonbegeleidingscentra en anderzijds de aangegeven beschikbaarheid van de medewerkers uit de flexpool, brengen enkele teamleiders en roosteraars daar waar nodig vraag en aanbod bij elkaar.